maandag 5 mei 2025

4 mei Dodenherdenking – een impressie

2025-05-06 13:29:06

HALLUM – We lopen op naar de Hoeksteen om mee te gaan in de herdenking die door Doarpsbelang is georganiseerd. Het weer is mild, er staat een klein windje. Prima weersomstandigheden, maar toch gaat er een rilling door mij heen. Is het de wind? Of is het de gedachte aan hoe goed we het nu hebben, en hoe verdrietig het tachtig jaar geleden was voor zovelen? Ik durf het niet te zeggen.

Bij de hoeksteen aangekomen, verzamelen zich steeds meer mensen. Met een grote groep mensen lopen we van de Hoeksteen door de Langebuorren richting het kerkhof. Er sluiten steeds meer mensen aan. Het voelt verbindend, al die mensen die hier vandaag bij elkaar zijn gekomen. We lopen met elkaar, samen, stil, met af en toe een praatje met degene naast ons. Alsof het zo moest zijn, piekt er net achter de huizen een regenboog omhoog. De regenboog ontgaat ook de meisjes niet. Zij lopen vooraan; waaronder onze dochter, ieder met een bloemstuk in hun armen. Straks zullen ze deze bloemen neerleggen bij de graven van oorlogsslachtoffers. Wat lopen ze indrukwekkend kalm, terwijl het indringende geluid van de luidende klokken ontroert.

Het is bijna acht uur. Terwijl iedereen zich verzamelt op en rondom de kerk en begraafplaats, komt onze dochter naar me toe. “Is er familie van mij op dit kerkhof?” vraagt ze. “Dan leg ik de bloemen daar straks neer.” Ik vertel haar dat er hier geen directe familie van ons begraven ligt vanuit de oorlog. Maar dat er wel verre familie van ons is omgekomen, en dat zij destijds een Jodenster moesten dragen. Ze knikt begripvol.

Dan begint de herdenking. Het enige wat we tijdens de twee minuten stilte om ons heen horen, zijn de vogels en een zachte ruis van de wind die door de bladeren waait. Wat wordt deze bijeenkomst trouwens prachtig en intens begeleid door het korps. Het trompetgeluid doorbreekt de stilte. Ontroerend. Weer een rilling door mijn lijf, kippenvel op mijn armen. Het is niet de kou; het is het besef dat we hier samen zijn; ieder op zijn of haar eigen manier stilstaand bij de oorlogsslachtoffers van toen. Voor sommigen is het persoonlijke geschiedenis en familie. Voor ons ligt het iets verder weg, maar het raakt.

Ik kijk naar het roze papier in mijn hand. Daarop staat het gedicht dat onze dochter straks zal voordragen. Zelf geschreven. Ik lees de eerste alinea:

Ik ben nu blij, alles staat open voor mij, maar voor jou zat dat er niet bij. Jij was niet vrij.

Ik neem het in me op. Zo is het gewoon. Het is nauwelijks voor te stellen hoe intens die tijd geweest moet zijn. Hoe verdrietig het verlies. Hoe groot de angst. Wat een contrast met de vrijheid en rijkdom die wij hier nu hebben.

Verderop staat een groepje jeugd die straks namen zal voorlezen van slachtoffers, en bij elke naam een roos zal neerleggen. Wat mooi dat juist de jongste generatie zo betrokken is bij deze herdenking. Net zo prachtig als de woorden van twee meisjes van elf jaar oud; zo puur hoe zij, in dichtvorm, vertellen wat zij begrijpen van de oorlog. Daarna volgt een krachtig verhaal van één slachtoffer. Dit was een van de slachtoffers en namen die werden voorgelezen door de jeugd. Vooral de leeftijden komen hard binnen. 21 jaar. 24 jaar. Zo jong. Belangrijk dat we blijven herinneren. Samen. De zin uit het gedicht komt weer bovendrijven. “Maar voor jou zat dat er niet bij. Jij was niet vrij.

Hier zijn we wel vrij ook tijdens de afronding van deze herdenking. Ieder gaat zijn eigen weg. Sommigen in stilte naar huis, anderen brengen zelf een bloem bij de oorlogsslachtoffers en weer anderen zoeken de warmte in de Hoeksteen op met een kop thee. De meisjes willen graag naar binnen. Ze vertellen hoe het was om voor zo'n grote groep mensen een gedicht voor te dragen.

“Ik vond het spannend,” zegt Emma. “Want wat als mensen verdrietig zijn; en mijn gedicht waaide weg” Haar gedicht waaide even weg. Maar ze herpakte zich rustig en ging verder. Gülshen die ook een prachtig gedicht had voorgelezen, wat ging over hoe wij verder leven met diegene die niet meer onder ons zijn in nagedachtenis, deelt dat ze denkt dat ze zelf misschien iets te snel sprak. 

Ik stel hen gerust. “Hebben jullie het applaus gehoord? Weten jullie dat jullie woorden een traan hebben opgeroepen bij sommigen? Alleen al dat jullie hier stonden, met jullie eigen verhaal en dat je dit durft is goud waard. Gewoon goed zoals het is. Ontzettend dapper en knap.” Twee kleine glimlachjes verschijnen en de dames zelf waren alweer verdwenen, even kijken in de kerk.

Ik besef me; juist de schoonheid van imperfectie raakt. Deze herdenking; de verbinding, de echtheid, de muziek, de mensen, de klokken, het verhaal, en de jeugd. Maar vooral die stilte raakt. Twee minuten die precies dat aanraken wat aangeraakt mag worden. Voor ieder iets anders. Voor mij: respect.

Respect voor al die mensen die voor ons klaarstonden en zich letterlijk vrijvochten.
Respect voor de oorlogsslachtoffers.
Voor hun nabestaanden.
En respect voor de moed van de jongste generatie; voor wie het misschien niet meer is dan een verhaal, maar die tóch bijdragen met hun eigen stem. Ik citeer;

Ik ben dankbaar en blij dat jullie dit allemaal deden voor mij.


Naar overzicht